Na een autorit van meer dan twee uur arriveren we in een dorpje in de Dolomieten. De Italiaanse zomerzon heeft de temperatuur in de auto flink doen stijgen. Op de achterbank zitten mijn broertje Michiel, mijn vriendin Unna en ik inmiddels aardig aan elkaar geplakt. Op het dorpsplein staat een jongen van een jaar of elf te speuren naar een auto met een Nederlands kenteken. Mijn vader draait het autoraampje open van onze Opel Omega zonder airco. ‘Míster Kríkke?’ zegt de jongen vragend. Mijn vader knikt. ‘Follow me please’. En hij racet er op zijn crossfiets vandoor. Wij volgen hem door de smalle straten van het dorpje. Binnen twee minuten staan we voor de poort van het zomerverblijf van de familie De Bertolini, een zakenrelatie van mijn vader die ons heeft uitgenodigd voor een lunch. De poort zwaait open en een hele groep Italianen staat ons op te wachten: de directie van het bedrijf en hun families. Na een hartelijk welkom worden we uitgenodigd om een plek te zoeken aan de lange tafel onder de pergola. Druiven en (nogal on-Italiaans) kiwi’s hangen boven ons hoofd.
Wat dan volgt is een lunch die op geen enkele manier lijkt op wat ik tot dan toe onder ‘lunch’ had verstaan. Er zijn heel veel gangen. Er zijn allerlei groenten die ik lang niet allemaal ken, er is vreemde pasta, er is polenta, er is vlees. Brood is er ook, maar de Italianen eten het als hapje erbij. Als toetje is er de prachtige taart die wij goddank hebben meegenomen. Waarschijnlijk in plaats van een dessert dat ze zelf al hadden klaargemaakt. Het is allemaal even vreemd én heerlijk. En het is bovenal heel gezellig en relaxed. Er volgt nog een wandeling naar een kasteel. En daarna nog een autorit naar een ijssalon in een naburig dorp. Want hoewel er dichterbij ook een ijssalon is, moeten we naar de plek waar ze het beste ijs hebben. Het is al bijna middernacht als we terugkeren van deze lunch op onze camping aan het Gardameer.
Het is 1988, dus vér voor het smartphone en Instagramtijdperk. Er zijn dus alleen wat korrelige foto’s van mijn allereerst fotocameraatje. Maar de herinnering is in mijn geheugen gebeiteld. Achteraf bedenk ik dat dít mijn eerste kennismaking is geweest met La Dolce Vita: (de Italiaanse manier van) genieten van de goede dingen van het leven. Daarna volgen nog veel vakanties in alle delen van Italië en steeds weer valt die Italiaanse manier van leven en eten op. Het inspireert me vele jaren later om Het Zoete Leven als naam voor mijn kook- en caterbezigheden te gebruiken. En om te proberen een beetje van die Italiaanse levens- en eetstijl naar Nederland over te brengen.